maandag 29 maart 2010
Yamiko
Met een bonkend hoofd vloog ik overeind. Koortsachtig probeerde ik na te denken. Het laatste dat ik me kon herinneren was dat Kaito de kamer had verlaten, daarna was ik op ben gaan liggen. Ik rekte me uit, blijkbaar was ik in slaap gevallen. Voorzichtig trok ik het gordijn een stukje open. Het was schemerdonker buiten. Hikari was nog steeds niet terug. Waar zou ze toch zijn? Repetitie was allang afgelopen, anders kon Kaito haar niet hebben opgezocht. Langzaam ging ik op de rand van mijn bed zitten en stond op. Het duizelde me. Wazig keek ik op de klok. Kwart voor zeven, bijna etenstijd. In de villa aten we standaard om zeven uur. Ik keek even in de spiegel en wreef in mijn ogen. Eerst maar eens een aspirientje halen en die dan bij het eten innemen, nam ik mezelf voor. Ik deed de deur open en stapte de marmeren gang op. Een stukje verderop stond een donkerharige figuur met een nogal bizar hoofddeksel. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en probeerde zijn verschijning thuis te brengen. Toen hij zich omdraaide en ik zijn gezicht kon zien wist ik het weer. Dat donkere haar in een staartje, die muts met nekomimi, het was die jongen uit de band met wie Hikari wel eens omging, een goede vriend van Mitsuki. "Kira-kun?" vroeg ik aarzelend. Takuto keek wat verloren voor zich uit. "Ehm... Moshikashite... Ben je verdwaald?"
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten