woensdag 31 maart 2010

Hikari

Shin'ichi-kun keek me bezorgd aan. "Komt het door mij?" Mijn mond viel open. "Zenzen! Dat is het niet!" Shin lachte schamper. "Je kan heel slecht liegen, Kari-chan." Ik sloeg mijn ogen neer. "Ik... Het is gewoon... Het spijt me." "Het maakt niet uit." zei Shin zachtjes. "Ik ken het gevoel, maar je hoeft echt niet bang te zijn dat ik je zus van je afneem." Ik keek hem verbaasd aan. Ongelofelijk, hij keek recht door me heen. "De reden dat Yami-chan en ik het zo goed kunnen vinden," begon Shin, en hij legde zijn vinger op het puntje van mijn neus. "ben jij." Ik begreep het niet. En ik begreep ook niet dat mijn wangen begonnen te gloeien. Ik keek hem vragend aan. "Yamiko is afgewezen door jullie vader, toch?" Hij stak zijn handen in zijn zakken en begon te lopen. Ik volgde hem zonder erbij na te denken. "Omdat hij jou leuker vond." Ik kreeg het gevoel alsof er een steen in mijn maag viel. "Mijn vader hoefte me ook niet." ging hij verder. "Omdat hij mij de schuld geeft dat mijn moeder zelfmoord pleegde na mijn geboorte. Ik snakte naar adem. Hij zei dit soort dingen met droge ogen, maar toen ik beter keek, zag ik een vreemde, gepijnigde uitdrukking op zijn gezicht. "Dus dat hebben Yami-chan en ik gemeen." besloot hij zijn verhaal. Ik voelde mijn ogen opnieuw prikken. "Gomennasai." Toen Shin de snik in mijn stem hoorde draaide hij zich met een ruk om. "Je hoeft niet te huilen!" zei hij snel. "Het is niet jouw schuld." Ik schudde mijn hoofd. "Ik was jaloers op je, terwijl ik juist blij moet zijn dat onee-chan iemand heeft om haar verdriet mee te delen." Shin zweeg. "Arigatou." mompelde ik. Ik bedekte mijn betraande gezicht met mijn handen. "Dat je onee-chan weer laat lachen, arigatou. Ik heb haar in tijden niet zo opgewekt gezien als ze vandaag was. Dat komt vast door Shin'ichi-kun." Shin glimlachte. "Graag gedaan." zei hij zachtjes. Hij legde zijn hand op mijn hoofd. "Maar wil je me een plezier doen, Kari-chan?" Ik haalde mijn handen weg en keek hem gretig aan. Natuurlijk. Ik wilde alles doen om hem te bedanken. "Ik heb een hekel aan de naam Shin'ichi." zei hij toen. "Het herinnert me aan hoe mijn vader me aansprak. Het klinkt zo koud en afstandelijk, dus wil je me alsjeblieft gewoon Shin noemen?" Ik trok mijn wenkbrauwen op. Ik had iets heel anders verwacht. "Shin-kun?" probeerde ik onzeker. Shin trok een gezicht alsof hij iets heel smerigs moest eten. "Gewoon Shin." Ik haalde diep adem. "Sh-Shin." stamelde ik. Shin grijnsde en aaide me over mijn hoofd. "Iiko, ne." zei hij spottend. Daarna liep hij langs me heen en keek nog over zijn schouder. "Oyasumi, kari-chan!" grinnikte hij, en hij gaf me een vette knipoog. Ik zuchtte opgelucht. De oude Shin was terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten