woensdag 31 maart 2010

Hikari

Ik keek Mitsuki met betraande ogen aan. "Atashi wa hidoi desu." Mitsuki schudde haar hoofd. "Ik begrijp het wel." Ik haalde diep adem en veegde mijn ogen droog. "Ga jij nou maar terug naar Takuto-kun." zei ik zachtjes. "Ik red me wel." Mitsuki knikte. "Mata ashita!" Ik glimlachte en begon richting mijn kamer te lopen. Halverwege bleef ik stilstaan in de gang. Nadenkend keek ik voor me uit. Was dit nou echt de reden dat ik me zo voelde? Ineens hoorde ik voetstappen achter me, vergezeld door het grinkel van kettingen. Als aan de grond genageld bleef ik staan. De voetstappen kwamen steeds dichterbij, tot ik iemands adem in mijn hals voelde. Ik kon me niet bewegen en hield mijn adem in. De kettingen stopten met rinkelen. Een vage geur van brandend hout gemengd met een mannenluchtje drong mijn neus binnen. "Gaat het wel?" Ik snakte naar adem. Zijn stem klonk vreemd serieus, dat had ik nog nooit gehoord. Ik draaide me om en keek in de helderblauwe ogen van Shin'ichi-kun.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten