donderdag 1 april 2010
Yamiko
Nadat iedereen die ik een beetje kende de eetzaal uit was gelopen besloot ik ook maar terug naar mijn kamer te gaan. Ik vroeg me af of Hikari al sliep. Langzaam slenterde in door de gangen. Bij de afslag naar de buitendeur besloot ik nog even naar de sterren te gaan kijken. Ik duwde de zware deur open en struikelde het bordes op. Een heldere, gevoelige stem klonk door de koele avondlucht. Ik luisterde aandachtig, maar kon de stem niet thuisbrengen. Het waaide zachtjes. Nieuwsgierig liep ik in de richting van het geluid. Ik rilde bij het voelen van het natte gras aan mijn blote voeten. Mijn slippers werden glibberig. Al gauw zag ik waar het geluid vandaan kwam. Midden op het grasveld stond een klein silhouette te zingen, met haar gezicht naar mij toe, maar het was te donker om te kunnen zien wie het was. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes in een poging beter te zien, maar precies op dat moment schoof er een wolk voorbij, waardaar en felwitte, volle maan tevoorschijn kwam. Het maanlicht viel op het gezicht van de zingende gedaante, en meteen herkende ik haar. Als een engeltje, stond ze daar te zingen met haar handen gevouwen en haar ogen gesloten. Haar roodbruine krullen dansten sierlijk in de wind. Vertederd keek ik toe, en ineens vroeg ik me af hoe ik eruit zag als ik zong... Mitsuki leek haast wel een ander persoon, en Hikari ook als ze zong. Dan was ze niet langer een hulpeloos verlegen meisje, maar een sterke vrouw, zonder zorgen. En toen, totaal onaangekondigd stopte Mitsuki met zingen en opende ze haar ogen. Even leek ze te schrikken toen ze me zag staan kijken. "Eh...? Yami-chuu? Hoe lang sta je al te luisteren." "Ehm..." wat was ik blij dat het te donker was om te zien dat ik rood werd. "Nog niet zo lang..." mompelde ik quasi-onverschillig.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten