dinsdag 13 april 2010
Hikari
Met ogen vol tranen keek ik Mitsuki na. Ik had me niet meer zo schuldig gevoeld sinds otou-san tegen onee-chan had gezegd dat ik zijn enige dochter was. Mijn handen balden zich automatisch met vuisten en een vreemde sensatie drref mijn lichaam binnen. Ik haalde diep adem en de wanhoop maakte plaats door overweldigende gevoelens van irritatie en onvrede. Zo zou het niet eindigen. "Meekomen jij!" Ik greep Takuto bij zijn pols en begon te rennen in de richting waarin Mitsuki was verdwenen. Vanuit mijn ooghoed zag ik dat Mitsuki (K) probeerde ons te volgen, maar ze werd tegen gehouden door Lys en Rosette. Ik moest onwillekeurig glimlachen. "Oy!" riep Takuto, en hij probeerde zijn pols los te trekken. "Waar gaan we heen?" "Dat weet je best!" riep ik fel. Ik wilde doorrennen toen ik een gesmoorde snik hoorde. Ik zette een paar stappen achterauit en slond voor een steegje. Mitsuki zat ineengedoken tegen de muur met haar gezicht in haar armen. Ik liet me door mijn kniën zakken en legde mijn hand op haar schouder. "Ne, Mitsuki-chan." Toen ze me zag begon ze harder te huilen. Ik sloeg mijn armen op haar heen en aaide over haar roodbruine krullen. Zo was ze net een klein meisje. Toen ik Takuto als versteend in de opening van het steegje zag staan herinnerde ik me ineens weer wat ik van plan was. Ik liet Mitsuki los en stond op. Langzaam liep ik naar Takuto toe. Toen Mitsuki zag dat hij er ook was sloeg ze haar handen voor haar gezicht en wilde weer wegrennen, maar Takuto en ik verspelde de uitgang van het steegje. Ik ging achter Takuto staan en gaf hem een duw in zijn rug. "Takuto heeft je iets te zeggen." zei ik beslist. "Hè?" Takuto draaide zich om en keek me kwaad aan. Ik keek kwaad terug. "Ano..." begon Takuto. Ik stak mijn hand op. "Wij wachten voor het café. Waag het niet alleen terug te komen." zei ik streng tegen Takuto, en met die woorden liet ik hun alleen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten