donderdag 1 april 2010
Yamiko
Vertederd keek ik naar Hikari's slapende gezicht. Na een tijdlang zonder iets ze zeggen in mijn armen te liggen huilen was ze uiteindelijk in slaap gevallen. Het had me herinnerd aan vroeger, toen was het ook altijd zo. Als Hikari huilde, ging ze nooit naar otou-san. Altijd naar mij. En Hikari sliep altijd eerst. Ik wachtte altijd tot zij sliep voor ik ging slapen, voor het geval ze niet kon slapen omdat ze bang was. Hikari was altijd overal bang voor. Monsters, spoken, spinnen... Dan kon ze niet slapen en ik joeg ze dan voor haar weg, allleen dan sliep ze. Ik glimlachte onwillekeurig. Hikari was net een kind als ze sliep. Dan leek ze nog helemaal niet veranderd sinds ze een kleuter was. Ik slaakte een zucht. Ergens miste ik die momenten. Ik miste het dat ze me tegen me opkeek als "onee-chan". De grote dappere onee-chan die haar overal tegen beschermde. Maar die had ze niet nodig. Zij had haar otou-san. En al haar vrienden. En ik? Ik had niemand. Mijn keel voelde ineens dik aan. Stilletjes hees ik me in mijn pyjama en kroop in bed. Ik draaide mijn rug naar Hikari toe en begroef mijn gezicht in mijn dekbed, zodat ze mijn gesnik niet hoorde. Wie beschermde mij?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten