zaterdag 18 september 2010

Chiharu

Ik drukte op de bel en blies in mijn handen. Wat was die koffer zwaar zeg. Ik bekeek de gevel van de villa. Het huis was gigantisch! Ik grijnsde. Veeeel beter dan het weeshuis. De deur ging open en een mooie jongen met lang, grijs haar verscheen in de deuropening. Zijn ogen verwijdde even toen hij me zag staan. Hij liet zijn blik over mijn lichaam glijden. Mijn paarsrode krullen, losjes opgestoken met een grote witte strik. Mijn zwierige witte jurkje op knielengte. Mijn kleurige sjaal en paarsgroen-gestreepte kniekousen, en mijn lichtbruin leren enkellaarsjes. "Welkom, schone dame." zei de jongen met een verleidelijke glimlach. Hij boog voorover en pakte mijn hand. "Ik ben Urashima Tarou. Waarmee kan ik u van dienst zijn?" Ik trok voorzichtig mijn hand los en boog. "Hajimemashite. Matou Chiharu desu. Ik kom hier wonen." Urashima's ogen lichtten op. "Hier wonen?" Zijn blik viel op mijn enorme koffer. "Waarom zeg je dat dan niet meteen!" riep hij, en hij wilde mijn koffer pakken. "Die kan ik zelf wel dragen hoor!" zei ik snel, en ik pakte mijn koffer op. Urashima leek een beetje uit het veld geslagen. Ik grinnikte en liep naar binnen. Verwonderd keek ik om me heen. In stond in een grote hal met marmeren vloertegels en een hoog plafond. Voor mijn neus was een schuine muur met een hoge, eikenhouten muur. De deur ging open en een bekend gezicht kwam tevoorschijn. "Ah! Otani!" riep ik verrast. Otani draaide zich om. "Matou!" Otani rende naar me toe en bekeek me van top tot teen. "Je kleedt je nog altijd zo raar!" lachte hij. Ik fronsde. "Is dat het enige wat je te zeggen hebt?" Otani grijnsde. "Natuurlijk niet! Isashiburii." Uit één van de gangen kwam een meisje aanlopen. Ze had stijl haar dat iets paarser was dan dat van mij, met een lichtgroene strik erin. "Ah, jij bent één van de nieuwe bewoners neem ik aan?" Het meisje boog. "Nakamura Yuri desu." Otani keek haar aan. "Één van de nieuwe bewoners?" Nakamura knikte. "Er komen er vier vandaag. Niet gehoord?" Otani schudde zijn hoofd. "Ik glimlachte. Ik ben Matou Chiharu. Yoroshiku ne." Nakamura knikte. "Otani en ik brengen je wel even naar je kamer. Otani, draag haar koffer." Ik stak mijn neus in de lucht en liet mijn koffer staan. "Ja Otani, draag mijn koffer." Otani trok een gezicht. "Waarom ik?" "Ja, waarom hij wel?" vroeg Urashima beteutert. "Omdat Nakamura en ik het zeggen." zei ik hooghartig. "Zeg maar Yuri hoor." zei Nakamura. Ik knikte. "Oké, Yuri-chan." Yuri glimlachte en liep één van de lange gangen in. Ik volgde haar, en Otani sleepte protesterend mijn koffer mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten