dinsdag 22 juni 2010

Miyako

Tsubasa glimlachte door haar tranen heen. Ineens kreeg ze een hele sterke bloeddrang toen ze de hals van Hikari zag. "Willen jullie me loslaten" zei ze kil. Ze stond op, waardoor ze wel los moest worden gelaten. Ze had een glas water nodig. Nu. En haar pillen. Maar die lagen thuis. Verdomme. "Ik ben zo terug" in een flits was Tsubasa weggerend.
De lucht boven de zee werd donkerder. Grote grijze wolken schoven voor de maan. Het rommelde wat. Onderwater begon het paleis te trillen. Ik voelde handen in mijn rug en werd weggeduwd. Het paleis uit. "Vlucht! Snel!" riepen verschillende stemmen. Rina greep mijn pols en zwom als een gek naar buiten. We werden gevolgd door de rest. "Het is hem!" riep een meisje toen er het geluid van een panfluit klonk. "Hayaku, hime-sama!" Ik zwom sneller, steeds verder naar boven. Ik begreep dat dit ernstig was. Ineens werden we, Lucia, Hanon, Karen, Noëlle, Seira, Rina, Mina en ik, omhoog gezogen door regenbooggekleurde buizen. We vielen in een grote doorzichtige koepel. Ik zag het strand in de verte. En ik zag er verschillende gedaantes staan. Om me heen werden verschillende dingen roepen. Zonder dat ik erbij nadacht riep ik "Red Pearl Voice" ik werd opgetild door een warm, fijn, wit licht en transformeerde. (Ieuhw.. Mahou Shoujo ) Er begon een lied, ik had het nog nooit gehoord en toch kende ik het. Het was alsof het geluid uit mijn hart kwam. De mermaids begonnen te zingen. Verbaasd over mezelf zong ik mee. Ik keek naar wat ons had opgezogen. Het was een man, die nogal vrouwelijk leek, met lange groene haren. Hij had wat weg van een engel maar mijn hart zei dat hij een deel van het kwaad was. Ineens werd ons gezang onderbroken door een panfluit. Het deed pijn aan mijn oren en ik zakte door mijn knieën. Er schoten grote doorzichtige handen op ons af. De eerste kwam regelrecht op mij af. De vingers sloten zich om mijn ketting en trokken deze los. Ik sperde mijn ogen wagenwijd open. "NEE!" Op het moment dat de ketting losknapte verdween mijn transformatie. Ik droeg de kleren weer die ik tijdens het kampvuur aanhad en zakte door de koepel heen. Met een plons viel ik in het koude zeewater. Wild trappelde ik met mijn benen om boven te blijven. Er kwam een grote golf en ik ging kopje onder. Ik verloor mijn bewustzijn en werd richting het strand gespoeld.
Tsubasa was ondertussen weer terug gerend en had haar bloedpil ingenomen. Ze kwam aan bij het strand en zag in de verte de grote, lichte koepel. "Wow, wat is dat" zei ze. Ze zag ook iets in zee drijven. Haar ogen werden zo groot als eetlepels. "Miyako!"

Oeh, nu komt het 200ste bericht. De eer aan jou ^^

Geen opmerkingen:

Een reactie posten