vrijdag 18 juni 2010

Hikari

Shin wreef ritmisch over mijn shouders terwijl ik probeerde mijn ademhaling weer onder controle te krijgen. Ik zat op mijn knieën op mijn bed en veegde langzaam over mijn wangen terwijl ik wezenloos naar mijn mobiel staarde. "Het komt goed." zei Shin. "We gaan haar redden. Dit is onze kans." Ik keek Shin verbaasd aan. "We? Maar je hoorde toch wat ze-" Mijn stem werd ruw onderbroken door een openslaande deur, verderop in de gang, gevolgd door geschreeuw van een mannenstem en een aantal vrouwenstemmen. Shin en ik keken elkaar verbaasd aan en sprongen van het bed om te kijken wat er aan de hand was. Er stond inmiddels een heel groepje mensen om Takuto en Tomo heen. De meesten keken geschokt of verward, sommigen bedekten hun gezicht met hun handen. Ik wurmde me tussen de mensen door en zag Takuto op zijn knieën op de grond zitten. Tomo stond over hem heen gebogen met haar hand op zijn schouder. "Het spijt me." zei ze. "Het is niet jouw schuld." Takuto schudde zijn hoofd, en bleef naar de grond kijken. "Demo, doushite? Waarom zou ze zoiets doen?" Verward keek ik naar het tafereel en probeerde het te begrijpen. Naast me zag ik Chihiro staan. Ze keek met grote, waterige ogen naar Takuto. "Chihiro-chan..." zei ik zachtjes. "Weet jij wat er aan de hand is?" Chihiro schrikt even als ik mijn hand op haar schouder leg. Dan bedekt ze haar mond met haar handen. "Het is Miyako-san!" piept ze tussen haar vingers door. "Volgens Takuto-san is ze van een cliff gesprongen, en kwam ze niet meer boven." "Wat?" Ik voelde al het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. Een rilling trok vanaf mijn kruin door mijn hele lichaam. Ik pakte Chihiro bij haar schouders en shudde haar ruw door elkaar. "Wàt heeft Miyako gedaan?!" "Het is waar." zei Takuto, die mijn geschreeuw had gehoord. "Ik weet niet waarom ze het gedaan heeft." Ik schudde ongelovig mijn hoofd. "Dat kan niet." fluisterde ik, meer tegen mezelf dan tegen de rest. "Dat kan niet! Dat zou ze nooit doen!" mijn stem sloeg over. "Nee! Waarom?! Ze was toch gelukkig hier?" "Dat dacht ik ook." zei Takuto langzaam. "Hoewel ze soms wat down leek, de laatste tijd leek het beter met haar te gaan... Alleen..." Mijn ademhaling begon weer te schokken. Dit mocht niet gebeuren. Dit mocht niet waar zijn. "Alleen wat?" Takuto sloeg zijn ogen neer. "Bij het kampvuur..." Ik wachtte even tot hij verder ging, wat hij niet deed. "WAT?!" gilde ik. Chrno kwam uit de menigte gestapt. "Rustig, Hikari-chan." "NEE!" riep ik schel. "Wat gebeurde er bij het kampvuur?" Chrno haalde diep adem. "Ze was even in slaap gevallen... en ze schreeuwde in haar slaap." "Nou en?" zei ik met trillende stem. "Dat is toch geen reden om zelfmoord te plegen?" Mijn gezicht voelde gloeiend heet, maar ik kon niet eens huilen. Ik had al zoveel gehuild de laatste dagen. Ik had waarschijnlijk niet eens tranen meer over. "Nee..." zei Chrno voorzichtig. "Maar ze had het over een parel... En dat iemand die terug moest geven." Ik snakte naar adem. "Bedoel je dat..." Ik maakte mijn zin niet af. Chrno knikte. Misschien is ze niet gesprongen om zelfmoord te plegen, maar om die parel te zoeken, of waar ze het ook over gehad zal hebben." Ik knikte langzaam. Dat klonk logisch. Ik haalde diep adem en probeerde te kalmeren. "Oké." zei ik zachtjes. "Dan ga ik nu naar die cliff toe." Ik draaide me om en begon richting de uitgang te lopen. "Ik ga mee." riep Shin meteen. Takuto wilde me ook volgen, maar Chrno pakte zijn arm. "Misschien is het beter als jij nu even hierblijft."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten