maandag 7 juni 2010

Hikari

Kaito liep de kamer binnen en plofte naast me op het bed neer. "Er was niemand meer." zei hij terwijl hij mijn mobiel in mijn handen drukte. "Nu ga je me vertellen wat er gebeurd is." Ik knikte en begon in mijn mobiel te zoeken. Naar het berichtje met de foto van onee-chan. Kaito sloeg ontzet zijn handen voor zijn mond toen hij de foto zag. "Yamiko..." mompelde hij geschokt. Zijn blauwe ogen begonnen waterig te glinsteren. Ik trok mijn wenkbrauwen op. "Zijn jij en onee-chan... eh... vrienden?" Kaito haalde zijn schouders op. "Zo zou je het waarschijnlijk niet noemen." Hij sloeg zijn ogen neer. "Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven. Het is gewoon..." Geïntrigeerd bestudeerde ik zijn gezicht. Ik wist helemaal niet dat hij en onee-chan zo close waren. "Ze is zo moeilijk te benaderen." zei hij toen. "Jij bent veel toegankelijker. Je straalt zoveel warmte uit, vrijwel iedereen zou zich meteen op zijn gemak voelen bij jou. Jouw aanwezigheid verlicht altijd de sfeer, het is alsof de kamer altijd een beetje lichter en warmer wordt wanneer jij binnenkomt." Mijn ogen werden groot. Om de één of andere manier voelde het meer alsof hij het over onee-chan had dan over mij. Zijn blik was niet op mij gericht, maar op een willekeurig punt op het tapijt. Abrupt stond hij op. "Ik moest maar eens gaan." mompelde hij, en zonder me aan te kijken liep hij naar de deur. "Misschien..." mompelde ik. Kaito deed de deur open en deed geschrokken een stap achteruit. Achter de deur stond de smalle gedaante van Shin. Zijn gezicht stond geschrokken, en zijn hand was opgeheven, alsof hij net aan wilde kloppen. Kaito schudde verward zijn hoofd en stapte toen langs Shin heen de kamer uit. Shin bleef twijfelend in de deuropening staan en ontweek mijn blik. "Eto... Gomen ne. Ik wilde niet..." Hij kneep gespannen zijn ogen dicht. "Afluisteren." voegde hij er nog aan toe. Ik keek hem verrast aan. Zo had ik hem nog nooit meegemaakt. "Wat heb je gehoord?" vroeg ik nieuwsgierig. Shin zuchtte diep. "Alles vanaf 'Veel toegankelijker'." Ik slik moeizaam. Shin keek gepijnigd naar de muur achter me. "Ik moet maar ehm..." begon hij, maar hij maakte zijn zin niet af. Langzaam draaide hij zich om. "Wacht!" riep ik zonder erbij na te denken. Ineens voelde ik heel sterk dat ik niet wilde dat hij wegging. "Waar kwam je voor?" was het enige wat ik kon bedenken. Shin schudde zijn hoofd. "Het is niet belangrijk." Hij haalde diep adem en stapte over de drempel. Een enorm gevoel van wanhoop rees in me op. "Shin, wacht!" riep ik angstig. Shin keek over zijn schouder. "Wat?" Ik voelde mijn ogen weer prikken, maar keek hem recht aan. Ik kon geen geloofwaardig excuus meer bedenken. Ik kon niet langer aan mijn façade van onschuld en puurheid voldoen. Ik kon alleen nog maar eerlijk zijn. Shin keek me verwachtingsvol aan terwijl ik daar zat, op mijn bed, voorover geleund, één hand hulpeloos uitgestrekt. "Ik..." Koortsachtig probeerde ik na te denken over wat ik ging zeggen. Shin leek ineens geïnteresseerd en draaide zijn lichaan iets bij, zodat hij met zijn zij naar me toe stond. "Ik wil... Ik wil niet meer alleen zijn." Shin slikte zichtbaar, en leunde met zijn rug tegen de deuropening. Hij wierp een blik in de richting waar Kaito zojuist was verdwenen. "Moet ik hem terugroepen?" "Nee!" Mijn antwoord kwam er feller uit dan ik had verwacht, en blijkbaar ook feller dan Shin had verwacht. Ik liet mijn hand zakken en sloot mijn ogen. Onee-chan's stem galmde door mijn hoofd. 'Je mag best wel eens gewoon zeggen wat je wilt Hikari.' Haar voorzichtige glimlach stond op mijn netvries gebrand. 'Je mag best een keertje gewoon egoïstisch zijn.' En met die woorden in mijn hoofd opende ik mijn mond. "Ik... Ik wil niet dat je weggaat." mijn stem klonk verrassend helder. Mijn ogen hield ik nog steeds gesloten, bang voor zijn reactie. "Ik wil gewoon dat je bij me blijft." Een zachte snik klonk door in mijn laatste zin, en terwijl ik mijn gezicht in mijn handen begroef hoorde ik de deur in het slot vallen, en even dacht ik dat Shin weg was gegaan. Maar net toen ik harder begon te huilen hoorde ik zijn voetstappen naderen. Voorzichtig keek ik op, en zag hoe hij zich naast me op mijn bed liet zakken. "Oké." zei hij zachtjes, terwijl hij zijn arm voorzichtig om mijn schouders legde. "Ik blijf bij je. Zo lang als je maar wilt." Na die woorden was alle weerstand weg, en begon ik onbeheersd te huilen. Ik draaide me half om en kroop in Shin's uitgestrekte armen. Terwijl ik maar bleef huilen streek hij ritmisch over mijn rug. Zo zaten we daar, tot ik geen tranen meer had, en uitgeput van alles in slaap viel in Shin's veilige omhelzing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten