maandag 31 mei 2010
Hikari
Hijgend kwam ik tot stilstand in één van de vele marmeren gangen. Ik had geen idee waar ik heen was gerend. De muren waren bezaaid met deuren van de vele slaapkamers, en aan het einde van de gang bevond zich een hoge eikenhouten deur, precies zo één als die naar de binnenplaats leidde. Aarzelend liep ik richting de grote deur terwijl één van de andere deuren openging. Kaito lkwam haastig naar buiten gelopen maar stond even stil toen ie mij zag staan. "Ah, Hikari-chan! Is het kampvuur al begonnen?" Ik knikte, verrast door de plotselinge ontmoeting. Kaito fronste en nam me bezorgd op. "Gaat het wel?" vroeg hij toen. Ik knikte weer, toen ik me realiseerde dat er nog tranen op mijn wangen zaten. Snel veegde ik met mijn mouw over mijn gezicht. "Komt van de rook." mompelde ik gesmoord, en voor hij me nog iets kon vragen sprintte ik naar de grote deur en duwde hem open. Hier was ik nog nooit geweest. De deur kwam uit op een klein, met natuursteen betegeld pleintje, omringd door steeds hoger wordend struikgewas. Onder een paar bomen stond een oude houten schommelbank. De stenen waren bedekt met mos en de begroeiing was uit de hand gelopen, zo te zien kwam hier niet vaak iemand. Achter me ging de deur opnieuw open. Ik draaide me met een ruk om. Kaito was me gevolgd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten