maandag 31 mei 2010
Mitsuki
Rosette stond op en ging snel naar mij toe. Takuto schudde me nogal door elkaar. "Mitsuki! Mitsuki" riep hij nogal in paniek. Lys was lijkbleek. Wat was het toch een rotdag vandaag. Chrno liep naar Lys toe om haar wat te kalmeren. Rosette ging met haar hand richting mijn ketting maar Takuto sloeg haar hand weg. "Raak het niet aan" blafte hij naar haar. "Waarom niet! Het doet raar!" gilde Rosette zowat. Takuto haalde diep adem en kalmeerde zichzelf. "In die twee jaar dat ik met Mitsuki om ga, heeft ze die ketting nog nooit afgedaan of opengemaakt. Ik mocht het niet aanraken. Waarom zou jij dat verdomme dan wel mogen!" zei hij. "I-ik.." Rosette was sprakeloos. "Wat ga je nu doen?" vroeg Rosette. Takuto haalde zijn schouders op en dacht even na. "Ik breng haar naar haar bed, dan komt het vast wel weer goed" zei hij. Chrno knikte. Takuto tilde me voorzichtig op en liep terug naar binnen. "Ik vind het jammer dat de avond ze gelopen is" mompelde Lys beteuterd. Rosette pakte een emmer water en gooide het vuur uit. Chrno rolde de matjes op. "Wij kunnen beter ook naar binnengaan. De rest zal het ondertussen ook wel zijn" zei hij. Lys knikte. Met zijn drieën liepen ze naar binnen. Ondertussen liep Takuto door de gang opzoek naar mijn kamer. Na wat zoeken had hij het gevonden en ging hij naar binnen. Hij legde me op bed neer en deed de gordijnen dicht. Daarna ging hij op het bed zitten. Ik kwam langzaam terug bij zinnen en draaide me om. Mijn hoofd bonkte en ik opende mijn ogen. Ik schrok van Takuto toen ik hem zag zitten. Voorzichtig ging ik zitten. Ik rilde en trok de dekens over me heen. "Wat gebeurde er net?" vroeg Takuto. Ik was stil. "Als je het niet wilt zeggen is het ook goed" mompelde hij. "Takuto-kun.. Ik moet je wat vertellen.." begon ik met tranen in mijn ogen. "Ik ben een.. Ik ben een" ik kwam niet uit mijn woorden. "Laat maar, vergeet alles maar" zei ik toen.
Hikari
Kaito keek me vragend aan. "Hikari-chan, wat is er aan de hand?" Ik keek snelde andere kant op. "Niks, hoezo?" Kaito zuchtte. "Ik zag heus wel dat die tranen niet van de rook waren." Ik zweeg. Ik had geen zin om erover te praten. Kaito sloeg zijn ogen neer. "Heeft het iets met Yamiko te maken?" Ik haalde mijn schouders op. Ik wilde weg, maar Kaito stond voor de deur, ik durfde niet naar hem toe te lopen. Ik wierp een blik op het struikgewas achter me en zag een pad tussen het groen. Het was bijna overwoekerd met takken, maar het was het proberen waard. Met een snelle blik op Kaito zette ik het op een lopen en sprong behendig over de takken heen. "Hikari-chan, wacht nu even!" riep Kaito, aan de brekende takken achter me hoorde ik dat hij me volgde. Ik slikte moeizaam en versnelde mijn pas, maar het pad werd steeds smaller en dichtbegroeider. "Hikari-chan!" riep Kaito weer. Ik keek over mijn schouder. "Abunai!" Ik zag een uitstekende boomwortel te laat en bleef er met mijn voet achter haken. Met een doffe dreun kwam ik op het mos terecht. Ik snakte naar adem. "Hikari-chan!" riep Kaito. "Daijoubu?" Ik wilde weer overeind komen om verder te rennen, maar ineens stapten er twee in zwarte leren laarzen gehulde voeten voor mijn neus. "Je maakt het me wel erg makkelijk." zei een zware mannenstam. Langzaam ging mijn blik naar boven, een ruwe hand greep mijn arm. Ik gilde. "Hikari-chan!" De man vloekte zachtjes. "Opstaan!" riep hij kwaad. Ik probeerde me los te maken uit de greep van de man en hoorde Kaito's voetstappen naderen. "Kaito-kun! Help!" gilde ik. De man droeg een masker, ik kon zijn gezicht niet zien. Hij pakte me bij de rand van mijn shirt en bracht mijn gezicht dichtbij het zijne. Hij rook naar vuur en zweet. "Wil je je zusje nog levend terugzien?" siste hij in mijn oor. Mijn ogen werden groot. Net op dat moment kwam Kaito struikelend aangerend. "Laat Hikari-chan met rust!" schreeuwde hij, en hij stompte de man met volle kracht in zijn gezicht. Het masker viel op de grond en de man draaide zich snel om. "Kuso." mompelde hij. "Je hoort nog van me!" schreeuwde hij me nog na voordat hij weer verdween in het struikgewas. Voorzichtig strekte ik mijn vingers naar het masker op de grond. Het was zo'n mooi Venetiaans masker, zo eentje die bijna het hele gezicht bedekte. Afwezig streelde ik over de zwarte veren waarmee het bedekt was. Kaito stak zijn hand uit en hielp me overeind. "Daijoubu?"
Mitsuki
"Doushi yo* kana, kana?" mompelde ik. Takuto haalde zijn schouders op. Ik zuchtte. "YADAAAAAAAAAAA!" Ik schoot van Takuto los en keek geschrokken. Ik voelde me slap, alsof iemand mijn energie leende. Mijn ketting lichte fel op. Verdomme! Wat was dit? "Mitsuki, wat is er met je ketting?" vroeg Lys met grote ogen. "I-ik heb geen flauw idee" bracht ik uit. Ik hoorde de gil weer en greep naar mijn hoofd. Ik kneep mijn ogen dicht en zag een oranje gloed. Dat was niet goed! "Mitsuki, daijoubu?" Takuto pakte mijn hand vast maar ik trok mijn hand weer los. Het vuur knetterde en werd hoger. Ik opende mijn ogen en keek naar Takuto. Ik wilde het hem vertellen, maar dat kon niet. Ik voelde me misselijk, ziek. Mijn ogen rolde in mijn oogkassen en mijn zicht werd slecht. Ik merkte dat ik nog opstond om weg te gaan, om wat te gaan drinken, maar ik kwam niet ver. Op het moment dat ik mijn eerste stap zette werd het zwart en viel ik om. In mijn hoofd was weer die gil. Het storf langzaam weg. Weer de enge mannenlach. Ik wist het. Het kwaad had de Orange Mermaid te pakken. Ik lag op mijn zij op de grond, mijn krullen kronkelde langs me heen over het gras, de schelp aan mijn ketting klapte open en de rode parel gloeide fel.
*Ik heb geen flauw idee of je het zo speld.. of is het spelt)?
*Ik heb geen flauw idee of je het zo speld.. of is het spelt)?
Hikari
Hijgend kwam ik tot stilstand in één van de vele marmeren gangen. Ik had geen idee waar ik heen was gerend. De muren waren bezaaid met deuren van de vele slaapkamers, en aan het einde van de gang bevond zich een hoge eikenhouten deur, precies zo één als die naar de binnenplaats leidde. Aarzelend liep ik richting de grote deur terwijl één van de andere deuren openging. Kaito lkwam haastig naar buiten gelopen maar stond even stil toen ie mij zag staan. "Ah, Hikari-chan! Is het kampvuur al begonnen?" Ik knikte, verrast door de plotselinge ontmoeting. Kaito fronste en nam me bezorgd op. "Gaat het wel?" vroeg hij toen. Ik knikte weer, toen ik me realiseerde dat er nog tranen op mijn wangen zaten. Snel veegde ik met mijn mouw over mijn gezicht. "Komt van de rook." mompelde ik gesmoord, en voor hij me nog iets kon vragen sprintte ik naar de grote deur en duwde hem open. Hier was ik nog nooit geweest. De deur kwam uit op een klein, met natuursteen betegeld pleintje, omringd door steeds hoger wordend struikgewas. Onder een paar bomen stond een oude houten schommelbank. De stenen waren bedekt met mos en de begroeiing was uit de hand gelopen, zo te zien kwam hier niet vaak iemand. Achter me ging de deur opnieuw open. Ik draaide me met een ruk om. Kaito was me gevolgd.
zondag 30 mei 2010
Mitsuki
Ik wilde Hikari eigenlijk achterna gaan maar mijn gevoel zei dat ik dat niet moest doen, dus ik bleef zitten en keek naar waar Hikari naartoe was gegaan. Lys stond naast het kampvuur met een kleverige, druipende, roze marshmallow in haar hand. Haar gezicht stond nogal geschokt. Chrno en Rosette wisten niets te zeggen. Net als ik. Ik keek de kring rond. Wat nu? Hadden we een groot probleem?
zaterdag 29 mei 2010
Hikari
Verbaasd keek ik naar Mitsuki, die net ineens wakker was geschrokken. Ze keek wat paniekerig om zich heen. Ik wilde net naar haar toe buigen om te kijken of alles goed was toen ik mijn mobiel in mijn broekzak voelde trillen. Even ging er een rilling over mijn rug, maar toen viste ik het toestel uit mijn zak en opende het bericht. Terwijl ik naar de inhoud staarde voelde al het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. Een gezicht identiek aan het mijne keek angstig in de camera, haar korte haren warrig en sprieterig, haar donkere make-up uitgelopen. Boven haar linkerwenkbrauw zat een diepe snee, en langs haar oog liep een spoor van opgedroogd bloed tot aan haar jukbeen. Tegen haar slaap rustte de glanzende zwarte loop van een pistool. Ik sloeg mijn vrije hand voor mijn mond en langzaam gleed het mobieltje uit mijn vingers. Mitsuki en Takuto keken me bezorgd aan. "Wat is er?" vroeg Lys verbaasd. Ik schudde mijn hoofd. Shin en Chrno, die nog bij het vuur stonden kwamen ook aanlopen. "Wat is er gebeurd?" vroeg Chrno. Lys wees naar mijn mobieltje, die met het beeldscherm naar beneden op het kleed lag. Shin liet zich op zijn knieën zakken en legde zijn hand op het toestel. "Mag ik?" hij keek me vragend aan. Ik knikte en keek hoe hij het mobieltje oppakte en omdraaide alsof het ieder moment kon ontploffen. Toen hij de foto zag vertrok zijn gezicht. Één voor één ging het mobieltje de groep rond. "Je moet de politie bellen." zei Chrno ernstig. Shin en ik schudde ons hoofd. "Daar hebben ze al over gedreigd." zei Shin. "Yami-chii..." mompelde Mitsuki geschokt. Ik voelde me misselijk worden. "Ik moet even..." zonder mijn zin af te maken stond ik op en begon ik richting het bordes te lopen. "Hikari, wacht!" Shin stond ook op, maar ik schudde mijn hoofd en begon te rennen. Ik wilde even alleen zijn.
dinsdag 25 mei 2010
Mitsuki
"Baka" mompelde ik zachtjes tegen Takuto. Ik schoof langzaam naar hem toe en sloeg mijn armen om zijn linker arm. Met mijn hoofd leunde ik voorzichtig tegen zijn schouder. Ik staarde afwezig naar het vuur. Lys stak aan marshmallow op een stok en hield het boven het vuur. Rosette volgde haar voorbeeld. Ik was bek af en hield met moeite mijn ogen open. Ik knipperde langaam en bleef in het vuur staren. Mijn oogleden werden zwaarder en ik hoorde gegil in mijn hoofd. "Nee! Laat me los! Geef mijn parel terug!" en enge mannelijke lach. "Orange Pearl.." en doffe klap en het was weg Mijn ogen vielen dicht en ik sliep. "Oi! Mitsuki! Niet weer. Nya~" Takuto zuchtte. Ik was weer terug in mijn oude gewoonte gevallen. Zomaar uit het niets in slaap vallen. Takuto veegde een krul uit mijn gezicht en hoopte dat zijn blos niet te zien was.
Yamiko
Uren gingen voorbij. Misschien wel dagen. Of misschien maar minuten, seconden. Ik had geen enkel besef van tijd meer, maar iedere seconde duurde een eeuwigheid. Af en toe viel ik in slaap, werd ik weer wakker. Intussen gebeurde er niks. Ik had honger en dorst, en alles deed pijn. Wanhopig lag ik op het koude beton, me afvragend hoe lang deze marteling nog zou duren, en wat er dan zou gebeuren. Zouden ze me uiteindelijk vrijlaten? Of zouden ze me vermoorden? Misschien lieten ze me hier wel gewoon zitten tot ik uitdroogde of verhongerde. Een golf van angst ging door me heen bij die gedachte. Op dat moment ging de deur open en kwam de man die me eerder had bedreigd binnen. Hij klikte de bouwlamp aan en richtte hem vol om mijn gezicht. Het felle licht brandde aan mijn ogen. "Wat wil je?" bracht ik moeizaam uit. "Dat toontje van jou bevalt me niet!" gromde de man. Hij draaide zijn gezicht weg. "Die vader van jou wil geen losgeld voor je betalen, dus we moeten dat zusje van je hebben." Ik slikte. Mijn keel voelde dik en pijnlijk. "Het enige waar jij dus nog voor dient," ging de man verder, "Is ons helpen dat zusje te pakken te krijgen." Mijn ogen werden groot. "Wat?!" Hij draaide zijn zich weer naar me toe. Het licht van de bouwlamp viel spookachtig op de zijkant van zijn gehavende gezicht. "Om jou te pakken te krijgen hoefden we alleen maar je Shugo Chara te manipuleren." bromde de gestalte. Zijn mondhoeken krulden langzaam omhoog in een maniakale grijns. "Maar je zusje heeft die niet, dus dat zal wat moeilijker zijn. Daarom mag jij als Shugo Chara dienen." Langzaam begonnen zijn woorden tot me door te dringen. Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. "Als het goed is is ze nu al wel redelijk bezorgd om je." De man praatte onverstoorbaar verder. "Als we dat nog een beetje opvoeren, kunnen we daarna een afspraakje regelen, je zou bijvoorbeeld zeggen dat je mogelijkheid ziet om te ontsnappen, dan lok je haar ergens heen zodat we haar mee kunnen nemen. Als je netjes doet wat je wordt opgedragen laten we je gaan." Ik schudde verwilderd mijn hoofd. "Nee..." zei ik zachtjes. "Nee! Dat doe ik niet." De man zuchtte theatraal. "Ook goed. Dan vinden we zelf wel een manier, maar dan hebben we jou niet meer nodig." Hij stak zijn hand in zijn jas en haalde een glimmend zwart voorwerp tevoorschijn. Toen ik de koele loop tegen de zijkant van mijn hoofd aanvoelde realiseerde ik me dat het een pistool was. Een koude rilling liep over mijn rug. "Weet je het zeker?" vroeg de man kruiperig. "Ik denk niet dat je zusje dit leuk zal vinden." Ik snakte naar adem. "Hikari! Nee! Alsjeblieft! Hikari heeft me nodig!" Opnieuw die grijns. "Dit lijkt me wel een leuke foto..." mompelde hij. Hij pakte een mobiel uit zijn zak. Ik herkende meteen het hangertje dat ik van Hikari had gekregen; het was mijn telefoon. Hij klapte hem open en maakte een foto. Langzaam gingen zijn vingers over de knoppen. "Handig die technoligie van tegenwoordig." hij grinnikte even. "In mijn tijd had je dan niet, mmsjes, toen moest je moeilijk gaan doen met de post enzo." Ik haalde diep adem. Hij stuurde de foto naar Hikari. De man stond op en stopte zijn pistool terug in zijn zak. "Denk er maar over na, wat je belangrijker vind." zei hij nog. "Je vaders centen, of je leven." Met die woorden verliet hij de ruimte en was ik weer alleen.
zaterdag 22 mei 2010
Mitsuki
Ik twijfelde. Ik kon het niet vertellen. Dan werd ik schuim! "Er is niets" zei ik snel. Ik zag dat Hikari me nie geloofde. "Ik dacht alleen aan vroeger" dat was waar. Ik was net nog aan mijn vroegere vrienden aan het denken. Inori, Misa en haar tweelingzus Rima, Sven en Minako. Ze was dan wel mijn zus, ik beschouwde haar als een vriendin, al deed zij dat overduidelijk niet. Het vuur ging aan en ik schoof wat naar achtere. Ik hield niet van vuur. "Jullie gaan gewoon weg zonder mij!" zei Lys met een rode blos op haar wangen. Ze had een grote zak met marshmallows vast. "Gomen ne, Lys-chan!" zei Chrno die in het vuur pookte. Ik trok mijn knieën op en sloeg mijn armen eromheen. Ik hoopte dat het niet ging regenen. Kort sloot ik mijn ogen. Morgen, na het werk, zou ik naar de zee gaan! Ik zou gaan zoeken naar de plek waar ik vandaag kom. Naar de plek waar ik nog nooit ben geweest en toch zal ik de weg weten. Omdat die in mijn hart geschreven staat. Ik opende mijn ogen en keek nu nogal vastberaden. "Mitsuki, je lijkt net een Manga-karakter" zei Takuto droog. Ik kwam weer uit mijn gedachtes en werd knalrood.
Hikari
Na het toetje liepen Shin, Chrno, Mitsuki, Takuto en ik vast naar de binnenplaats om het vuurtje aan te maken Rosette en Kaito moesten afwassen. We praatten vrolijk over van alles en nog wat, maar niemand scheen die vrolijkheid ook echt te voelen. Af en toe viel er een ongemakkelijke stilte waarbij ik weer aan onee-chan dacht, Mitsuki melancholish voor zich uit staarde, Takuto bezord een blik op Mitsuki wierp, en Shin en Chrno zo opgewekt mogelijk probeerde de situatie te redden. Op de binnenplaats rolden Mitsuki en ik onze kleedjes uit terwijl de jongens hout uit de schuur haalden. Mitsuki keek pijnzend naar de nog lege vuurplaats en speelde in gedachten verzonken met een paar grassprietjes. "Wat is er?" vroeg ik zachtjes, zodat de jongens het niet zouden horen. Mitsuki schrok op uit haar gedachten. "Eh? Hoezo?" Ik haalde mijn schouders op. "Je doet zo afwezig..." Mitsuki sloeg haar ogen neer. "Yami-chii..." begon ze. Ik schudde mijn hoofd. "Dat is niet het enige."
maandag 17 mei 2010
Mitsuki
Ik richtte me weer tot mijn bord eten. Ik mocht dan wel glimlachen en vrolijk doen, vanbinnen was ik één grote chaos. Stilletjes at ik verder. Takuto keek vanuit zijn ooghoeken naar mij maar zei niets. Ik prikte doelloos in mijn eten en staarde ondertussen naar het tafelkleed. Ik herinnerde me de kleine, zwartharige Mermaid weer. Wie zou het zijn geweest? Hoe kwam ik met haar in contact? Kon zij me meer vertellen over alle Mermaids. Ik wist dat er 7 parels waren. Je had een Rode, een Zwarte, een Witte, een Violet, een Donkerblauwe, een Gele en een Oranje. Wat ik niet wist was waar ze zijn, hoe ze heten en hoe ze eruitzien. Het irriteerde me. Van irritatie sloeg ik met mijn vuist op tafel. De trillingen zorgde ervoor dat mijn glas drinken omviel, over mijn rode rok en witte shirt heen. "Shimatta!" zei ik boos. Ik was weer eens uit mijn doen. Ik had geluk gehad dat het water mijn parelketting niet had geraakt, anders lag ik nu als Mermaid op de grond en ik wilde niet dat iedereen mijn geheim ontdekte. Sawako kwam snel aanlopen met een doekje en depte mijn kleren zo droog als het lukte. Mijn wangen waren vuurrood en Takuto keek me vaag aan. Hij vroeg zich af waar ik last van had. Sawako liep weg met het doekje en ik raapte het glas op. Er rolde nog een druppel water uit, maar verder was het leeg. "Mooh.. Watashi no baka" mompelde ik zachtjes. Lys en Rosette keken me met grote ogen aan. Ik keek boos terug en had geen zin meer in het eten. Mijn hele humeur was omgeslagen en ik wilde het liefst weg, maar dat deed ik niet want dan zou ik mezelf een gigantische aansteller vinden dus ik deed een poging tot glimlachen. "Gomen" zei ik nog snel tegen Lys en Rosette. Met tegenzin en een slecht gemaakte glimlach begon ik weer te eten. Takuto schudde zijn hoofd.
Hikari
Ik keek Chrno verward aan. Hoe kon hij nu denken aan plezier maken? Ik schudde mijn hoofd. "Sorry Mitsuki. Ik ben niet zo'n zin." Ik zag de teleurstelling op zijn gezicht. "Je kunt wel wat afleiding gebruiken Hiki-pi..." mompelde ze voorzichtig. Ik schudde heftig mijn hoofd. "Hoe kan ik nou lol maken bij een kampvuurtje terwijl onee-chan...Terwijl onee-chan..." Ik kon mijn zin niet afmaken. "Mitsuki-chan heeft gelijk, Hikari." Shin keek me ernstig aan. "We kunnen nu toch niets doen. Yami-chan heeft er niks aan als we hier allemaal een beetje depressief zitten te zijn. Nou neem een hap." Hij gebaarde naar mijn bord. Ik keek eigenwijs uit het raam. "Ik heb geen honger." Shin wierp een blik op Mitsuki, die beteuterd naar haar bord keek. "Ik ook niet." zei hij toen. "Maar Mitsuki-chan, Tsubasa en Misuzu hebben hier erg hun best op gedaan. Het zou zonde zijn als je het koud liet worden." Shin pakte mijn stokjes en hield me een stuk omurice voor. "Kom op, neem een hap. Yami-chan vermoordt me als ze terug komt en jij bent ineens broodmager." Onwillekeurig verscheen er een glimlachje op mijn gezicht. Gehoorzam hapte ik naar de stokjes. "Goedzo. Grote meid." Shin klopte zachtjes op mijn hoofd. Ik schoot in de lach en verslikte me bijna in de omurice. Mitsuki keek me vol verwachting aan. "Oiichii." mompelde ik met volle mond. Mitsuki's gezicht klaarde op. "Ga je straks mee naar het kampvuur, Hikari-chan?" Shin keek me grijnzend aan. Tegen zo'n warme glimlach kon ik geen nee zeggen, dus gaf ik hem een klein knikje. "Braaf." Shin lachte en pakte nog een stuk omurice. "Mondje open." zei hij plagerig. "ik denk dat ik nu zelf wel kan eten hoor." zei ik blozend. Shin schudde zijn hoofd. "Niks ervan. Mondje open."
zondag 16 mei 2010
Mitsuki
Ik nam een hap van mijn Omurice en keek naar Kaito, Shin en Hikari. "Ik ga vanavond een kampvuurtje maken" zei Chrno plots. Rosette keek hem grijnzend aan. "Oké! Klinkt gaaf!" zei ze vrolijk. Lys knikte instemmend. Ik keek nu naar Chrno, Rosette en Lys. "Wij komen ook!" besloot ik voor Takuto en mij. Ik hield dan niet van vuur, maar een kampvuurtje is altijd gezellig. "Gaan we dan ook marshmallows roosteren?" vroeg Lys die haar lippen aflikte. Rosette en ik knikte meteen. "Hiki-pi-chan-san, kom je ook naar het kampvuur straks?" vroeg ik aan Hikari. Ik vond dat ze even moest worden afgeleid en wat leuks moest doen. "En jij? Shin-kun"
Hikari
Toen ik zag dat Mitsuki me wenkte slenterde ik naar haar plekje aan de eettafel. Ze keek me bezorgd aan. "Al nieuws?" vroeg ze onzeker. Ik schudde vermoeid mijn hoofd. "Niks." Mitsuki knikte teleurgesteld. Op dat moment kwam Kaito naar me toe gelopen. "Hikari-chan," zei hij vrolijk. "Waar is Yamiko?" Ik slikte moeizaam. Nog lang niet iedereen wist wat er gebeurd was. "Onee-chan is..." Mijn ogen begonnen weer te prikken. "Onee-chan is..." Ik zoch naar woorden. Hoe kon ik dit het beste zeggen? "Yamiko is ontvoerd." zei een kalme stem. Ik draaide me om. Shin was me gevolgd vanaf de deuropening. "Wat?" Kaito keek Shin aan alsof hij een andere taal sprak. "Yamiko is vanmiddag naar het bos gegaan en niet meer terug gekomen. Ikuto's shugo chara heeft gezien hoe een man haar meenam." Kaito trok lijkbleek weg. "Honto?" Shin knikte ernstig. Kaito keek ontzet voor zich uit. "Hebben jullie al bericht van de ontvoerders?" Shin schudde zijn hoofd, daarna wendde hij zich tot mij. "Kom Hikari." zei hij zachtjes. "Je moet iets eten." Ik knikte afwezig terwijl hij een arm om mijn schouder legde, me naar de eettafel loodsde en een bord eten voor me volschepte.
dinsdag 11 mei 2010
Mitsuki
Ik zat stilletjes naast Takuto en staarde naar mijn bord. Wat moest ik zeggen? "Mitsuki, je bord wordt er heus niet voller van als je er alleen maar naar staart" zei Lys die met haar hand voor mijn ogen zwaaide Ik schrok een beetje en keek haar aan. "Geez. Je hoeft niet zo te schrikken" zei Lys zachtjes. Ik zette een glimlach op en pakte wat te eten. Mijn honger-gevoel was weg. Waar had ik last van? Rosette was druk in gesprek met Chrno over wat er die middag wel niet was gebeurd. Takuto luisterde en gaf commentaar als hem iets niet beviel. Chrno schudde lachend zijn hoofd. Toen keek ik weer naar de deuropening en ik wenkte Hikari.
donderdag 6 mei 2010
Hikari
Lusteloos keek ik vanaf mijn bed door het raam naar buiten. Er was een natte plek op mijn kussen ontstaan van de tranen. Buiten was er van het mooie weer niks over. Dikke regendruppels tikten tegen het raam. Ik hoopte dat onee-chan droog zat. Er werd zachtjes op mijn deur geklopt. Meteen vloog ik overeind. "Onee-chan?!" riep ik hoopvol. "Ehm... Nee..." zei een zachte stem. De deur ging langzaam open. Nana-san stond in de deuropening en keek naar de grond. "Shin vertelde me..." begon ze. Ze keek me bezorgd aan. Ik slikte. Zo had ik haar nog nooit gezien. "We gaan eten!" zei ze toen. Ze probeerde te glimlachen. Ik knikte en stond langzaam op. Zonder een stap te verzetten keek ik naar Nana-san's schoenen. Er viel een ongemakkelijke stilte. We wisten allebei niet wat we moesten zeggen. Na een tijdje spreidde Nana-san onzeker haar armen. Zonder iets te zeggen omhelsde ik haar en huilde een beetje. Mijn hoofd was ter hoogte van haar sleutenbenen door de hoge plateauzolen die ze droeg haar magere armen klemden zich om mijn schouders. Ik wist dat ze heel slecht was met dit soort situaties. Ik maakte me los uit haar armen en veegde mijn tranen af.Ik had nu wel genoeg gehuild. Ik schonk Nana-san nog een waterig glimlachje en ging haar voor richting de eetzaal. Toen we in de deuropening stonden zag ik dat Lys naar me ons wees.
zaterdag 1 mei 2010
Mitsuki
Takuto keek geiriteerd om toen Rosette en Lys achter hem stonden. Rosette draaide zich met haar rug naar hem toe en deed weer alsof ze zichzelf intiem omhelse. "Oh Takuto" piepte ze. Lys kreeg de slappe lach. Takuto's gezicht werd rood. "Mooh! Jurusai kodomo-tachi" zei hij boos. "Beeh!" Rosette stak haar tong uit en trok aan haar linker-onder-oog-lid(is dat een woord?!) Met een plof liet ze zich op de stoel rechts van Takuto ploffen. Lys liep naar de overkant en ging daarzitten. "OI! CHRNO!" riep Rosette naar de andere kant van de kamer waar Chrno net naar binnen kwam. Chrno keek snel door de kamer en zag Rosette zitten. Hij liep er naartoe en ging tegenover haar zitten. Ik kwam achter Tsubasa aan de eetkamer binnen. Voorzichtig zette ik het eten op tafel, net als Misuzu en Tsubasa. Toen alles op tafel stond wat op tafel hoorde te staan deden we onze schorten af en hingen die op aan het speciale rekje wat we daarvoor hadden. Mijn ogen schoten de tafel langs opzoek naar een lege stoel. Misuzu huppelde naar Rin en Len en ging daar tussen zitten. Tsubasa ging met rode wangen naast Kaname zitten. Ik zag dat Rosette overdreven aan het wenken was en moest lachen. Snel liep ik naar de lege stoel naast Takuto en ging zitten. "Waar is Hikari-nyu?" vroeg ik. Lys wees naar de deuropening.
Abonneren op:
Posts (Atom)