dinsdag 31 augustus 2010

Yamiko

De man waarvan ik nog steeds de naam niet wist kwam de ruimte binnen en hield zijn hoofd scheef. "Het is tijd." zei hij gewichtig, waarna hij naar me toe kwam en het touw om mijn enkels los begon te snijden. Ik snakte naar adem. De touwen hadden zo lang en strak om mijn enkels gezeten dat de huid eronder was gaan bloeden. Mijn gezicht vertrok toen hij ruw te touwen wegtrok, die inmiddels in het opgedroogde bloed aan mijn enkels zaten vastgeplakt. "Stel je niet aan." snauwde de man. "Je zou blij moeten zijn. Je wordt eindelijk met je zusje herenigd." Hij lachte kwaadaardig. "Voor de laatste keer." Ik kneep mijn ogen dicht. Hikari, kom alsjeblieft niet alleen. Toen hij me overeind had geholpen bond hij me een stinkende blinddoek voor, waarna hij me een duw in mijn rug gaf. "Lopen." commandeerde hij. Op de tast met mijn nog steeds vastgebonden handen begon ik voor me uit te lopen. De man loodsde me de ruimte uit. Voor het eerst in wat wel maanden leek voelde ik de wind in m'n gezicht. Ik hoorde het geluid van een autodeur die open ging. "Naar binnen." Nog een duw. Met een harde blikkerige klap viel ik op de harde bodem van wat waarschijnlijk de laadruimte van een vrachtwagen was. Even later hoorde ik een motor ronken. Ik leunde tegen de wand van de ruimte en haalde diep adem. Wat zou er nu gebeuren?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten